Groet aan het begin van de vastentijd

De bisschoppen gaven weer een groet uit bij het begin van de Veertigdagentijd, die vandaag op Aswoensdag ingaat.


Terugtrekken om vooruit te komen

De vastentijd staat dit jaar in het teken van een voortdurende onzekerheid. De onzekerheid over de toekomst van het verenigde Europa houdt de politiek bezig, evenals de daarmee samenhangende onzekerheid over de financiële consequenties van hoge nationale schuldenlasten. Welke kant dat opgaat is voor velen onduidelijk, maar twee opties lijken zich af te tekenen. De partijen die zich van Europa afwenden en zich concentreren op nationale zekerheid winnen aan populariteit. Andere partijen proberen de Europese samenwerking, ondanks het gebrek aan democratische controle, toch positief te waarderen, maar lijken daardoor aanhang te verliezen. Hoe stelt de kerk zich op in deze voortdurende onzekerheid? Trekt ook zij zich liever terug achter de dijken van een relatieve confessionele zekerheid of is er een andere mogelijkheid?

Het valt niet te ontkennen, dat de vastentijd een zeker terughoudendheid met zich meebrengt. Jezus zegt immers: ‘Maar jij, wanneer je bidt, ga in je binnenkamer, sluit de deur en bidt tot je Vader die in het verborgene is’ (Mt. 6, 6). Jezus biedt zijn leerlingen hiermee een alternatief voor de al te opzichtige gebedspraktijk van diegenen die graag op de straathoeken bidden ‘om door mensen gezien te worden’. Soortgelijke aanbevelingen doet Jezus met betrekking tot het vasten en het geven van aalmoezen. Toch is het niet juist om in Jezus’ woorden alleen een terugtrekkende beweging te horen. Het gaat om de concentratie op het koninkrijk der hemelen, de werkelijkheid van Gods genade, die menselijke voorstellingen en beweegredenen te boven gaat. ‘Vergadert je schatten in de hemel, waar mot en roest ze niet verteren en waar dieven niet inbreken en stelen’. Wie Jezus volgt – en dat proberen wij als christenen te doen gedurende de veertig dagen op weg naar het paasfeest – kijkt verder dan de wereld waarin een mens zichzelf moet waarmaken en daardoor al te vaak in onzekerheid leeft en vaak ten koste van een ander. Leerlingen van Jezus worden niet beheerst door de onzekerheid over het menselijke kunnen, maar over de zekerheid van Gods genade. Jezus gaat ons voor op die weg van het koninkrijk, waarin een onvoorwaardelijke en onbegrensde liefde heerst, die zich uit in dienstbaarheid aan de naaste.

Christenen hebben de opdracht om Jezus te volgen. De terughoudendheid die de vastentijd kenmerkt is alleen voor wie niet verder kijkt een terugtrekkende beweging. Je gaat je binnenkamer in om te bidden, om vervolgens gesterkt naar buiten te treden om je naaste te dienen. Als Gods liefde voor de mens onbegrensd is en zoals we met Pasen vieren in Jezus’ opstanding de dood overwint, dan kunnen wij ons niet ontrekken aan de actuele problemen van onze wereld. ‘Wie was mijn vijand? Ik zal hem in vrede ontmoeten’, zingen we Huub Oosterhuis na in gezang 831. In de vreugde van Pasen worden alle grenzen die mensen en volkeren van elkaar scheiden, overwonnen. De kerken hebben de opdracht om aan die vreugde gestalte te geven. In hun oecumenische samenwerking kunnen ze misschien een model bieden voor grensoverschrijdende verbondenheid van nationale staten. Ons vasten is wellicht een terugtrekkende beweging, maar alleen om daardoor des te beter vooruit te komen en gestalte te geven aan onze roeping als volgeling van Jezus. We wensen u een gezegende vastentijd.

Joris Vercammen, aartsbisschop van Utrecht
Dirk Jan Schoon, bisschop van Haarlem.

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 22 februari 2012