“Schepping ?”
Preek op zondag 10 juli 2011 in de Oud-Katholieke Kerk, Amsterdam
Dr. Peter-Ben Smit
In de +Naam van de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest.
Gemeente,
5 Ontzagwekkend is wat uw rechtvaardigheid voor ons doet, God, o God die ons redt. U houdt alle einders in evenwicht, alle einders van aarde en zee.
6 U hebt de macht om bergen te planten, U bent omgord met sterkte.
7 U brengt de ziedende zee tot bedaren, de ziedende golven tot rust, evenals het tumult van de volken.
8 En alle volken van heinde en verre hebben diep ontzag voor uw wonderen: het oosten en westen brengt U in vervoering.
9 Met gaven hebt U het land overladen, U hebt het rijkdom geschonken: zorg voor zijn graan met uw waterstromen, water uit de hemel, daar is het toch voor;
10 drenk de voren, effen de zoden, doorweek ze met regen, zegen het gewas;
11 maak dit jaar tot een kroonjaar van zegen, trek uw druipend spoor van overvloed;
12 dan gaan steppenweiden van vochtigheid druipen, staan heuvels omgord met juichend groen;
13 de hellingen zien zwart, zwart van de kudden, de dalen gaan gekleed in golvend graan. Zij roepen en zingen elkaar toe.
(Psa 65:5-13 W95)
Wie zo over de wereld zingt, brengt een geloof in de schepping tot uitdrukking. Wij deden dit net, door de woorden van de psalmist in onze mond te nemen. Daarmee zijn we bij het thema van de tweede preek in onze zomerse serie. De “schepping.” Het is een toepasselijk thema voor deze zondag, die ook als “Zee-zondag” te boek staat, de zee is immers deel van God’s schepping. Er is bijna geen thema te bedenken, waarover zo veel en zo snel gestruikeld wordt als dit. U zult allemaal wel eens met deze vraag geconfronteerd zijn, “geloof je nu echt in de Schepping”? Meestal wordt daarmee dan een geloof in de historiciteit van de schepping in zes dagen, zoals die in Gen. 1 beschreven wordt, bedoeld. Mischien heeft u ook wel discussies over “intelligent design” of “creationisme” in de media gevolgd. De vraag, die dit alles oproept, is in eerste insantie: wat betekent “schepping” überhaupt. Voordat we het wel of niet aannemen, is dat een vraag, die eerst beantwoord moet worden. Volgens mij berust een groot aantal weerstanden ov moeilijkheden met het christelijk geloof in eerste instantie op misverstanden ervan of clichés erover.
Hoe zit het dus met de schepping? Bij deze vraag kan het zinnig zijn om twee niveaus te onderscheiden. Het eerste niveau is de vraag naar “hoe de wereld nu eigenlijk ontstaan is.” Het tweede niveau is de vraag naar “wat de wereld betekent.” De ene vraag is een vraag over de oorsprong, de ander een vraag over zin en betekenis. Ze hebben wel met elkaar te maken, maar zijn toch verschillend. Het ontstaan van iets valt namelijk niet per se samen met z’n betekenis. Omgekeerd valt vanuit de betekenis van iets niet per se de oorsprong af te leiden.
Naar mijn idee willen bijbelse teksen over de schepping in eerste instantie iets zeggen over de betekenis van de schepping en haar relatie tot God. Het zijn dan ook in eerste instantie poëtische teksten of juist ook verhalende teksten, geen wetenschappelijke boeken in ieder geval. Ook de teksten, die vertellen “hoe God de wereld schiep” horen in eerste instantie in deze categorie. Er staat wel een bepaalde opvatting over het “hoe” van het onstaan van de werkelijkheid op de achtergrond, maar de interpretatie van de betekenis van de werkelijkheid staat op de voorgrond.
Wat is die betekenis van de schepping dan? Deze wordt in de psalm van vandaag op een prachtige manier bezongen. De schepping is een uitdrukking van God’s gerechtigheid. Het is een plaats, die gemaakt is om te leven; een plaats, waar de mens tot zijn recht kan komen. Dat is de manier, waarop de Schrift “Schepping” verstaat: als een uitdrukking van God’s gerechtigheid en barmhartigheid, waardoor de mens tot leven kan komen. De schepping, zoals de Schrift deze bezingt is daarmee vooral een interpretatie van de werkelijkheid
Nu zult u zeggen: is dat alles? Ik zou zeggen: het is het belangrijkste en dat wat de bijbelse teksten in eerste instantie tot uitdrukking brengen. Maar daarmee is nog weinig over het ontstaan van de wereld gezegd, natuurlijk. Dat is waar. Voor de inhoud van het geloof is het natuurlijk van belang, dat de gehele werkelijkheid haar grond heeft in God. Dat legt echter nog niet vast, hoe God nu precies alles in elkaar gezegt heeft. De bijbelse teksten, bijvoorbeeld die aan het begin van het boek Genesis en ook latere, gaan uit van een bepaald wereldbeeld en van een bepaalde, mythische, voorstelling van haar ontstaan, dat is waar; ze interpreteren het echter in de context van hun geloof. Ze doen dit ook wanneer ze de ontstaansgeschiedenis van de wereld mee-interpreteren. Deze houding geeft ons vandaag een zekere ruimte: ook wij hoeven ons niet vast te leggen over “hoe precies” de wereld onstaan is – dat kunnen we verreweg aan de wetenschap overlaten –, maar we kunnen dat, wat de wetenschap ontdekt en wat door onze maatschappij gerecipieerd wordt, wel in het kader van ons geloof interpreteren.
Dit alles bij elkaar betekent dat we aan de ene kant een grote vrijheid hebben tegenover de wetenschap. De hele discussie over creationisme, bijvoorbeeld, is eigenlijk niet ons probleem is. Aan de andere kant betekent dit ook een opgave, namelijk om de werkelijkheid steeds weer met God in verband te brengen en als schepping te zien. Uiteindelijk gaat het er dan om, in te stemmen met de bijbelse traditie van lofzang op de schepping als een uitdrukking van God’s barmhartigheid. – Zoals de psalm het ons voordoet: 5 Ontzagwekkend is wat uw rechtvaardigheid voor ons doet, God, o God die ons redt. U houdt alle einders in evenwicht, alle einders van aarde en zee.
Hoe werkt dan in de praktijk, de werkelijkheid als God’s schepping zien? Ik denk, dat het aanleiding geeft, om met de schepping – en dus ook met jezelf – op zo’n manier om te gaan dat ze inderdaad wordt tot wat ze is: een plaats voor leven en van leven, een uitdrukking van God’s barmhartigheid. Dit geldt voor de eigen omgang met het milieu, maar ook voor de eigen omgang met het eigen leven. In dat laatste liggen tenminste twee uitdagingen: met jezelf omgaan zodat je zelf ook tot leven kunt komen en ook, jezelf als deel van God’s schepping te zien, wat tot een nuchter beeld van jezelf en ook tot solidariteit met de rest van de schepping kan leiden. Dit nuchtere zelfbeeld heeft twee kanten: we zijn schepselen, geen goden, maar we zijn ook schepselen, dat wil zeggen: door God geliefd, en tot leven in deze wereld geplaatst, die wij weer kunnen interpreteren vanuit ons geloof in God.
Amen.
Verantwoording:
foto 1 is van Vasili Polenov, uit de tentoonstelling Het onbekende Rusland , groningermuseum 2010
foto 2 van Google foto’s