de lege ruimte…..
Toen de oud-katholieke parochie het kerkgebouw aan de Barndesteeg aan het begin van de 20e eeuw verliet, werd het grootste deel van de inventaris meegenomen naar de nieuwe kerk aan de Ruysdaelstraat. Alleen het kleine, waarschijnlijk 17e eeuwse orgel werd verkocht aan een Gereformeerde kerk in Bunschoten-Spakenburg. Daar deed het nog vele jaren dienst. Maar bij een ombouw van dat instrument tot een groter orgel met twee klavieren en pedaal kreeg het een nieuwe kas en kreeg de buitengewoon fraaie kas een nieuw binnenwerk en een plek in het koor van de Grote of Sint Laurenskerk te Rotterdam.
Een van de redenen dat het oude orgel niet werd meegenomen was waarschijnlijk dat er een belangrijke plaats was toebedacht aan gemeentezang, sinds 1910 de nieuwe liturgie in het Nederlands in gebruik was gekomen. Voortaan werden ook de missen alternerend gezongen tussen koor en gemeente. Voor een dergelijke kerkmuziek-praktijk is eigenlijk een orgel met twee klavierennoodzakelijk.
Voor de bouw van een nieuw orgel zocht men contact met de Utrechtse Oud-Katholieke orgelmaker Frans Stangenberger. Hij had een uitstekende opleiding gehad bij de beroemde firma J. Bätz & Comp. eveneens te Utrecht. Deze firma werkte in de 19e eeuw voor een groot aantal Oud-Katholieke parochies. Een aantal van hun instrumenten sieren nog altijd onze zusterkerken o.a. in Schiedam, Rotterdam en Culemborg. De stijl waarin ons Stangenberger-orgel is gebouwd lijkt dan ook veel op die van de firma Bätz en ook het uiterlijk kwam in grote lijnen overeen met het voormalig orgel van die firma wat stond in de Sint Gertrudiskerk in Utrecht.
Ons orgel is niet zomaar een orgel. Eigenlijk is het heel bijzonder, zo bijzonder dat de cultuurminister het op de Monumentenlijst heeft willen zetten. Het werd gebouwd in 1915 met twee klavieren en een pedaal. In die tijd werden de meeste instrumenten gebouwd volgens toen moderne principes, bv. vond de overbrenging van de toetsbeweging naar het pijpventiel plaats met een stelsel van winddruk via loden buisjes (pneumatisch) of met elektro-magneetjes. Bij ons orgel gebeurt dat nog op de klassieke mechanische manier via een stelsel van latjes en hefboompjes. Dit systeem is veel duurzamer en speelt bovendien voor een organist veel prettiger, omdat hij of zij dan ookecht contact heeft met de pijpen. Tegenwoordig bouwt elke orgelmaker (in ons land tenminste) weer volgens dit mechanische systeem nieuwe orgels.
Ook de zogenaamde vrijstaande speeltafel is een bijzonder detail. Deze is midden voor het orgel opgesteld, zodat de organist gemakkelijk contact met de koorleden kan hebben en niet met z’n rug of z’n zij naar het koor is gekeerd.
Na bijna 100 jaar dienst te hebben gedaan is ons orgel wel aan een grote onderhoudsbeurt toe. In het verleden is er ook wel eens aan gesleuteld, maar erg vakkundig is dit niet geweest. Ook de kas die oorspronkelijk imitatie eikenhout was geschilderd is later groen geworden. De opdracht tot restauratie is gegeven aan de firma N. Slooff te Lekkerkerk, terwijl de orgelkas weer in de oorspronkelijke eikenkleur wordt hersteld door de fa. Hans Koning te Amsterdam. Namens de Rijksdienst, die ook subsidie heeft verleend, mag ondergetekende optreden als adviseur.
Op dinsdag 24 augustus werd begonnen met de restauratie. Men hoopt voor Kerstmis het orgel weer speelklaar te kunnen opleveren. Maar wat gaat er nu precies gebeuren?
– de lekkages worden verholpen
– alle versleten onderdelen worden gereviseerd of vervangen
– alle pijpen worden gereinigd en zonodig gerepareerd
– de oorspronkelijke staat van het instrument wordt zo veel mogelijk hersteld
– de kas en de speeltafel worden geschilderd in de oorspronkelijke eikenhout-imitatie
– de elektrische installatie wordt gereviseerd.
Mocht u nog vragen hebben over het orgel en de restauratie, dan kunt u dat rustig doen via mijn e-mail adres: jspaans@hetnet.nl.