De vier weken van de Advent die voorafgaan aan het Kerstfeest, zijn een tijd van hoop en verwachting. De kerk ziet uit naar de komst van de messias, die God in onze wereld geboren laat worden om die wereld te verlossen van angst en pijn. We hebben maar al te goed weet van de pijn van de wereld waarin we leven. We zien onszelf, hoe weinig we in staat zijn om werkelijke oplossingen aan te dragen. De donkere dagen die we meemaken, staan ook voor de periodes in ons eigen leven als we het niet goed zien zitten. En precies daarom viert de kerk feest als er midden in de winternacht licht doorbreekt. Het is het licht van de geboorte van een kind, als teken van het leven dat doorgaat en een nieuwe toekomst inluidt. Van meet af aan wordt dit leven bedreigd door duistere machten. Dat gebeurt al bij zijn geboorte, waar de machthebber in Israel hem uit de weg probeert te ruimen, en het zal zijn hele leven lang voortduren. Maar het is zijn hemelse Vader, die het kwaad afweert en het goede laat overwinnen: dit kind is het teken van de overwinning op de dood, het leven in Gods heerlijkheid. Christenen zijn naar het feest van Kerstmis op weg en vieren daarmee al, dat de dood niet het laatste woord heeft. Gods toekomst is lang geleden in Bethlehem aangebroken en wij worden uitgenodigd om dit nieuw geboren licht in onszelf op te nemen en tot de kern van ons leven te maken. Zo komen we de duisternis door en blijven we gericht op de vernieuwing van ons leven. Zalig Kerstfeest!
Pastoor dr. D.J. Schoon
Afbeelding: Andrei Rublev, c.1405